Tot eind 2019 heeft u de mogelijkheid om een in eigen beheer opgebouwde pensioenvoorziening fiscaal vriendelijk af te kopen. Dat gebeurt door eerst de pensioenaanspraak op de balans van de bv belastingvrij te verlagen van de commerciële naar de fiscale waarde. Vervolgens moet loonbelasting worden berekend over de fiscale waarde minus een korting. Deze korting bedraagt 19,5% in 2019.

Overweegt u afkoop van de voorziening, dan verdient het de voorkeur om dat nog in 2019 te doen vanwege de korting. De korting wordt berekend over de fiscale balanswaarde van het pensioen op 31 december 2015. Ook als de pensioenaanspraak is omgezet in een oudedagsverplichting heeft u tot en met 2019 de mogelijkheid om deze af te kopen. De kortingsregeling geldt ook bij afkoop van een oudedagsverplichting.

Bij afkoop van het pensioen in eigen beheer hoeft geen revisierente betaald te worden.

Schulden komen in mindering op het vermogen in box 3. Dat geldt echter niet voor belastingschulden. Alleen erfbelastingschulden kunnen als schuld in box 3 worden opgevoerd. U kunt de belastingheffing in box 3 beperken door uw belastingschulden voor de jaarwisseling te betalen. Als u verwacht dat u belasting moet (bij)betalen, is het raadzaam om de Belastingdienst te vragen om een voorlopige aanslag of om een aangifte in te dienen en de aanslag voor de peildatum te betalen. Heeft u het verzoek uiterlijk acht weken voor het einde van het jaar gedaan, maar heeft de Belastingdienst nog niet of te laat gereageerd op het verzoek, dan mag u het nog niet betaalde bedrag wel als schuld in box 3 aanmerken.

Maak gebruik van de vrijstellingen
Er bestaan diverse vrijstellingen in box 3, bijvoorbeeld voor voorwerpen van kunst en wetenschap en voor groene beleggingen. Het kan aantrekkelijk zijn om belast vermogen (tijdelijk) om te zetten in vrijgesteld vermogen. Belegt u groen, dan bespaart u niet alleen belasting in box 3, maar profiteert u ook van een extra heffingskorting in box 1 van 0,7% van de waarde van de vrijgestelde beleggingen. Voor groene beleggingen geldt een vrijstelling van maximaal € 58.540 per persoon (€ 117.080 voor fiscale partners).

Bij uw overlijden gaat uw vermogen naar uw erfgenamen. De erfgenamen moeten over hun aandeel in de nalatenschap erfbelasting betalen. Heeft u geen testament, dan geldt het wettelijk erfrecht. Dat komt erop neer dat uw echtgenoot en de kinderen voor gelijke delen erven, waarbij het vruchtgebruik van de kindsdelen naar uw echtgenoot gaat. De kinderen krijgen een vordering op uw echtgenoot. Voor de echtgenoot geldt een hoge vrijstelling. De vrijstelling voor de kinderen is beperkt. De wettelijke regeling kan goed uitpakken, maar een goed testament kan helpen om bij overlijden belasting te besparen.

Soms wordt gekozen voor het verschuiven van erfbelasting in plaats van besparen van erfbelasting. Een mogelijke reden hiervoor is dat het geld vastzit, bijvoorbeeld in een huis of in beleggingen. Het kan fiscaal gunstig zijn om ook de kleinkinderen te laten erven, bijvoorbeeld door voor hen legaten op te nemen in het testament. Een kleinkind kan van zijn grootouders een bedrag van € 20.616 belastingvrij erven. Laat controleren of uw testament actueel is en nog past bij uw huidige situatie.

Heeft u geen testament, overweeg dan om een testament op te laten stellen.

Vermogen overhevelen bij leven
Door tijdens uw leven (een deel van) uw vermogen over te dragen aan uw kinderen kan de heffing van erfbelasting worden beperkt. Door schenkingen te spreiden in de tijd kunt u optimaal gebruik maken van de bestaande vrijstellingen. Het verdient in dat kader aanbeveling om een schenkingsplan op te (laten) stellen en uit te voeren. Schenkingen aan uw kinderen zijn vrij van schenkbelasting tot € 5.428 per kind. Voor kinderen tussen 18 en 40 jaar geldt eenmalig een verhoogde vrijstelling van € 26.040. De verhoogde vrijstelling kan verder worden verhoogd tot € 54.246 als de schenking betrekking heeft op een dure studie van het kind. Heeft uw kind voor 1 januari 2010 gebruik gemaakt van de verhoogde vrijstelling, dan is een aanvullende schenking voor studie of woning vrijgesteld tot maximaal € 28.206.

Voor schenkingen aan uw kleinkinderen of aan anderen geldt een vrijstelling van € 2.173.

Speciale vrijstelling voor schenkingen voor de eigen woning
De vrijstelling voor schenkingen die verband houden met de financiering van een eigen woning bedraagt onder voorwaarden € 102.010. Om van deze vrijstelling gebruik te maken hoeft er geen familierelatie tussen schenker en verkrijger te zijn. De verkrijger moet tussen 18 en 40 jaar oud zijn. Het bedrag van € 102.010 wordt verminderd met eerder toegepaste verhoogde vrijstellingen, voor zover het gaat om schenkingen van ouders aan kinderen voor de eigen woning of de studie. Wanneer u in 2015 of 2016 een schenking voor de eigen woning aan uw kinderen heeft gedaan, kunt u deze schenking belastingvrij aanvullen. De vrijgestelde aanvulling is maximaal € 47.764, ongeacht of de verhoogde vrijstelling in 2015 of 2016 volledig is benut.

Een belastingvrije aanvullende schenking is niet mogelijk als in de jaren 2010 tot 2015 een beroep is gedaan op de verhoogde vrijstelling eigen woning. Dat geldt ook als de vrijstelling destijds niet volledig is benut.

Als u een pensioentekort heeft, zijn de premies die u betaalt voor een lijfrenteverzekering en/of banksparen aftrekbaar. De aftrekbare premie of inleg bedraagt in 2019 maximaal 13,3% van de premiegrondslag. De aftrekbare premie bedraagt maximaal € 12.678.

Om de aftrekruimte dit jaar te benutten moet u de premie uiterlijk op 31 december betaald hebben. Voor de berekening van een pensioentekort moet u uitgaan van de pensioenaangroei en het inkomen van vorig jaar. U heeft vermoedelijk een pensioentekort wanneer u nu niet over uw gehele inkomen pensioen opbouwt. Heeft u een pensioentekort en de afgelopen zeven jaar de jaarlijkse aftrekruimte niet benut, dan heeft u recht op een extra aftrek van 17% van de premiegrondslag met een maximum van € 7.254.

Met invoering van de Wet arbeidsmarkt in balans (Wab) per 1 januari 2020 ontstaat het recht op een transitievergoeding bij ontslag niet pas als het dienstverband twee jaar heeft geduurd, maar direct bij indiensttreding. De transitievergoeding bedraagt 1/3 maandsalaris per gewerkt jaar, ongeacht de duur van het dienstverband. Wat niet verandert is dat de werknemer in beginsel geen recht heeft op een transitievergoeding bij beëindiging op zijn initiatief. Dat is anders als het einde van de arbeidsovereenkomst het gevolg is van ernstig verwijtbaar handelen van de werkgever. De bestaande verhogingen van de transitievergoeding voor dienstverbanden langer dan tien jaar en voor 50-plussers vervallen.

Overgangsrecht
De huidige regeling van de transitievergoeding kent een tijdelijke regeling voor oudere werknemers en een overbruggingsregeling. Deze regelingen vervallen per 1 januari 2020. Bij wijze van overgangsrecht zijn deze regelingen nog van toepassing als:

  • de arbeidsovereenkomst voor 1 januari 2020 is opgezegd;
  • de werknemer voor 1 januari 2020 schriftelijk heeft ingestemd met een beëindigingsvoorstel;
  • de arbeidsovereenkomst is opgezegd met toestemming van het UWV en het verzoek om toestemming is gedaan voor 1 januari 2020; of
  • het verzoek tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst voor 1 januari 2020 is ingediend.

Gezien de lage rente die u krijgt op uw spaartegoed kan het aantrekkelijk zijn om (extra) af te lossen op uw hypotheekschulden. Hoewel de hypotheekrente heel laag is, ligt deze toch hoger dan de spaarrente. Boetevrije aflossing is vaak mogelijk tot 10 of zelfs 20% van de oorspronkelijke hoofdsom. Aflossing met spaargeld verlaagt bovendien het vermogen in box 3, waardoor u mogelijk minder belasting betaalt.

Heeft u de rente in het verleden voor langere tijd vastgezet op een hoger niveau dan de huidige rente? Informeer bij uw bank naar de mogelijkheid van rentemiddeling of vraag wat het u kost aan boeterente om het contract open te breken en de rente op een lager niveau vast te zetten. Omdat er altijd een deel extra mag worden afgelost, kan dit voordelig zijn. De boeterente die u bij vervroegde aflossing moet betalen is aftrekbaar.

Ondanks de kosten van een nieuwe hypotheek kan het voordeliger zijn om over te stappen. Oriënteer u ook bij andere geldverstrekkers dan uw huisbankier. Denk in dat kader aan uw eigen bv als geldverstrekker voor uw hypotheek.

Particulieren maken gebruik van DigiD voor gegevensuitwisseling met de belastingdienst, zoals de aangifte inkomstenbelasting. Ondernemers loggen tot nu toe in op de website van de Belastingdienst met behulp van gebruikersnaam en wachtwoord. Daar komt verandering in. Rechtspersonen en samenwerkingsverbanden moeten gebruik gaan maken van eHerkenning om in te loggen voor het doen van aangifte. Ondernemers met een eenmanszaak kunnen inloggen met DigiD.

eHerkenning is een digitale sleutel. Om in te loggen bij de Belastingdienst is ten minste niveau 3 nodig. eHerkenning is geen dienst van de overheid maar van private aanbieders. Hieraan zijn kosten verbonden. Houd rekening met een behandeltermijn van enkele weken bij aanvraag van eHerkenning.

Verkoopt u een bedrijfsmiddel voor een hogere prijs dan het bedrag waarvoor het in de boeken staat, dan moet u over het verschil belasting betalen. Dat kunt u uitstellen door een herinvesteringsreserve te vormen. Voor de vorming en het bestaan van deze reserve is een voornemen tot herinvestering vereist. U moet dat voornemen wel kunnen bewijzen, bijvoorbeeld aan de hand van bestuursbesluiten.

Let op! Leg uw herinvesteringsvoornemen nog voor de jaarwisseling vast.

De reserve gebruikt u in beginsel als eerste afschrijving op de kostprijs van investeringen in andere bedrijfsmiddelen. Uiterlijk aan het einde van het derde jaar na het jaar van de verkoop moet u de reserve hebben benut. Doet u dat niet, dan moet u alsnog ineens belasting over de (resterende) reserve betalen. Een in 2016 gevormde reserve valt dus aan het einde van 2019 vrij. U kunt de vrijval, en dus de belastingheffing ineens, voorkomen door voor het einde van het jaar tot herinvestering over te gaan.

Wilt u per 1 januari 2020 een of meer vennootschappen uit een bestaande fiscale eenheid halen? Zorg er dan voor dat het verzoek tot ontvoeging uiterlijk op 31 december 2019 is ingediend. Ontvoeging van een vennootschap per begin van het jaar kan wenselijk zijn als u verwacht de vennootschap in de loop van 2020 te verkopen of om een tariefvoordeel te behalen door de winst te splitsen over meerdere vennootschappen.

Teruggaaf van btw die u aan dubieuze debiteuren heeft berekend gaat via de reguliere periodieke aangifte. Dat kan zodra duidelijk is dat de debiteur vermoedelijk niet meer zal betalen. Daarvan is in ieder geval sprake als de vervaldatum van de factuur een jaar verstreken is. In de eerste aangifte van 2020 kan de btw teruggevraagd worden van niet betaalde facturen van voor 2019. Mochten deze alsnog betaald worden, dan moet u de teruggevraagde btw afdragen.